Je bekijkt nu Een stadionverbod is een risico dat je erbij neemt.

Een stadionverbod is een risico dat je erbij neemt.

Bijna elke voetbalsupporter kent wel iemand die een stadionverbod heeft of kreeg. Het is waarschijnlijk de bekendste maatregel tegen voetbalgeweld. Maar hoe zit het nu eigenlijk? Waarom besluiten supporters het risico te lopen? Wat loopt er goed en wat gaat er fout? Hoe kijken de actoren naar mogelijke oplossingen?

Elk jaar krijgen een duizendtal supporters een administratief stadionverbod. Omdat ze de voetbalwet overtraden, mogen ze drie maanden tot vijf jaar geen enkel voetbalstadion in België betreden en krijgen ze een geldboete tot 5000 euro. De aanleiding gaat van haat en/of geweld tot pyrotechnisch materiaal.

Ook het Reglement van Inwendige Orde overtreden, kan tot een stadionverbod leiden. Daarin staan de regels die gelden in het stadion. Die overtredingen gaan bijvoorbeeld over vandalisme, maar het gaat niet noodzakelijk om een misdrijf.

Incident de parcours of niet?

Het doel van een stadionverbod is straffen maar ook ontraden. In de nabije toekomst moet het voor veiligere stadions zorgen, door zij die problemen maken onmiddellijk uit te sluiten. Als de overtreder na drie maanden niet verder veroordeeld wordt, kan hij of zij gewoon terug naar het stadion.

Frederik Van Damme, coördinator van de Voetbalcel, ziet ook dat de misdrijven meestal eenmalige kleine feiten zijn. “In de meerderheid van de gevallen is het een incident de parcours. Supporters gaan één keer bijvoorbeeld iets gooien, zich misdragen of niet luisteren naar veiligheidspersoneel. Voor de overtreding krijgen ze een stadionverbod, maar daarna hebben ze hun lesje geleerd.”

“Maar er is ook een kleine minderheid hardleerse ‘supporters’ die meerdere feiten plegen. Een voorbeeld daarvan is de geringe groep die pyrotechnisch materiaal blijft afsteken, ondanks het expliciete verbod. De mensen die zich bezighouden met vuurwerk blijken een categorie waar meer recidive wordt vastgesteld. Je zou dus kunnen stellen dat zij zich minder laten afschrikken door het stadionverbod dat zij riskeren.”

Volgens van Damme bewijst een stadionverbod dus zijn nut. “ Het aantal supporters dat we niet meer terugzien voor een stadionverbod ligt een stukje hoger dan het aantal overtreders dat we één of meerdere keren terugzien. Een belangrijke factor daarin is de wettelijke minimumsanctie van minimaal 1.000 euro geldboete en één jaar bijkomend stadionverbod.”

Van de hardleerse categorie is G. een voorbeeld. Hij mag tot december 2022 geen wedstrijden van zijn favoriete West-Vlaamse club meer bijwonen in het stadion. Zijn stadionverbod is recent verlengd en is het zoveelste in de rij. Allemaal kreeg hij ze voor dezelfde overtreding:

Zijn vader hoopt dat hij ooit inziet dat zijn gedrag niet kan, maar G vindt zelf dat de reden voor wat hij doet makkelijk uit te leggen is:

En hij is niet alleen. Een deel van de supporters vindt vuurwerk een belangrijk sfeerelement. Onder het mom van no pyro no party steken zij onder andere rookbommen, knalbommen en Bengaals vuur af. En het belang dat zij hechten aan dergelijk sfeerelement weegt voor hen vaak zwaarder door dan de risico’s die personen zoals G. nemen.

En naast het feit dat ze een stadionverbod kunnen krijgen, lopen deze mensen en de rest van het stadion nog een ander gevaar. Hoewel deze supporters vaak het gevoel hebben dat ze ‘een toneelpubliek’ moeten worden dat braaf stilzit en niet te veel geluid maakt, hebben de voetbalbonden en overheid een duidelijk onderbouwde reden voor het verbod: veiligheid. Pyrotechnisch materiaal kan 1000°C bereiken en brandwonden, gehoorschade en andere letsels veroorzaken bij zowel de persoon die het afsteekt als omstaanders. Ook de rook die vrijkomt is niet bepaald gezond te noemen.

Sommigen zijn trots op hun stadionverbod en delen het graag op sociale media of vertellen regelmatig dat ze er een hebben (gehad). G. is niet per sé trots op zijn bestraffingen, maar vindt zijn stadionverboden ook niet zo erg. Dat hij enkel nog wedstrijden mag bijwonen in het provinciaal voetbal vindt hij niet echt een probleem. Hij volgt de wedstrijden van zijn favoriete team op een andere manier, die hij ook even goed vindt.

Dan ga ik wel in het buitenland kijken.

K. is supporter van een Belgische eersteklasser. Hij paste zijn gedrag uiteindelijk wel aan door de stadionverboden die hij ontving. Hij werd gestraft voor vechten en het aanbrengen van vernielingen in België en werd ook gestraft in Turkije. Zijn Turks stadionverbod loopt nog steeds. Hij ziet alcohol als een belangrijke factor. “Daardoor kunnen de frustraties tussen supporters of tegenover de politie sneller oplopen. Verbale geschillen geven dan vaker de aanleiding tot fysiek geweld. Door mijn stadionverboden drink ik nu geen of zeer weinig bier tijdens een voetbalwedstrijd. Ik vind het dus een goede maatregel, want ik leerde eruit.”

K. vindt wel dat de wetgeving op sommige gebieden te streng is geworden en je dus voor te kleine dingen een stadionverbod kan krijgen. “Als je in het bezoekersvak van Anderlecht rookt, riskeer je al een stadionverbod, dat gaat er toch wat over.”

We gaan internationaal.

Op dit moment is een stadionverbod enkel van kracht in het land waar je die bestraffing kreeg. Je kan dus nog altijd voetbalwedstrijden gaan bekijken in een ander land. Zo kon S. zijn favoriete club Ajax toch live zien spelen in de Champions League. Hij trok met enkele vrienden naar Dortmund om zijn ploeg vanuit het thuisvak te zien winnen. Ze hadden op de brief van hun stadionverbod zien staan dat wedstrijden in het buitenland ook verboden terrein waren, dus besloten ze voor de grap eens naar de Nederlandse voetbalbond te bellen. Daar moesten ze toegeven dat er in Duitsland niet gecontroleerd wordt op Nederlandse stadionverboden.

Toen K. in 2017 een stadionverbod had bij zijn Belgische ploeg, ging ook hij elders wedstrijden bijwonen. “Met vrienden ging ik toen naar ADO Den Haag in Nederland of OGC Nice in Frankrijk. Met mijn oom die in Turkije woont ben ik ook naar de derby tussen Galatasaray en Fenerbahçe geweest. Voor G. is dat geen optie. Hij is duidelijk: “ik ga nooit ergens anders naar voetbal kijken. Het is mijn club of niets.”

Het Benelux-parlement, een adviesorgaan met parlementsleden uit België, Nederland en Luxemburg, stelde eerder dit jaar voor dat de nationale parlementen zouden bekijken of stadionverboden internationaal kunnen worden gemaakt. Dat zou willen zeggen dat je met een Belgisch stadionverbod ook niet meer binnen mag in bijvoorbeeld Nederlandse en Luxemburgse stadions. Volgens de initiatiefnemers van het voorstel zouden gestrafte supporters zich niet meer kunnen gaan misdragen bij bevriende clubs in een ander land.

Volgens de Voetbalcel is een internationaal stadionverbod moeilijk te installeren in het huidige voetballandschap. “Elk land heeft zijn eigen systeem en wetgeving, maar ook de complexiteit speelt een rol. Als je zo’n ingewikkeld systeem moet doen werken, is het sop waarschijnlijk de kolen niet waard.”

Waar de medewerkers van de Voetbalcel wel van overtuigd zijn, is internationale samenwerking. Informatie uitwisselen met andere landen en in de eerste plaats de politiediensten laten samenwerken. “Die samenwerkingen bestaan al en ze verlopen zeer goed. Met de Benelux-landen zijn we momenteel ook aan het bekijken hoe we die samenwerking nog kunnen verbeteren. Daarbij bekijken we ook in welke mate het wenselijk is om sommige stadionverboden overdraagbaar te maken tussen de drie landen en of dergelijke maatregel haalbaar is. In die context bekijken we ook alternatieve maatregelen zoals een uitreisverbod.” Dat zou willen zeggen dat de politie hooligans waarvan ze weten dat ze zich misdragen in het buitenland tijdelijk een reisverbod kan opleggen.

Op het gebied van preventie valt er ook nog het een en ander te winnen. Er worden preventieve acties opgezet en gesteund, maar die zijn moeilijk te vinden. Daarnaast zal bijvoorbeeld een pushmelding supporters die vuurwerk willen afsteken hoogstwaarschijnlijk niet tegenhouden dat te doen. Bij de preventieve projecten lijkt het vaak te gaan om zeggen dat iets niet mag, terwijl de overtreders dat maar al te goed weten.

Waarom?

Net zoals de redenen voor een stadionverbod divers zijn en gaan van kleine feiten tot grote misdrijven, blijken ook de gevolgen uiteenlopend te zijn. Een grote groep supporters leert zijn lesje na één keer, een andere groep past zijn gedrag aan na meerdere bestraffingen, en een deel lijkt het te zien als een onderdeel van de manier waarop zij voetbal en supporterschap beleven. Wat er in het hoofd van een herhaaldelijke overtreder omgaat blijft voor vele ‘gewone’ supporters moeilijk te begrijpen. Deze groep bevindt zich vaak binnen de fanatieke supporters en lijkt zijn gedrag vaak logisch te vinden. De mensen nemen een stadionverbod er dan ook graag bij.

Daar zou zelfs een internationaal stadionverbod mogelijk niets aan veranderen. Een deel gaat nergens anders voetbal kijken dan bij de ploeg van hun hart, of vindt een stadionverbod niet zo erg. Met anderen die in hetzelfde schuitje zitten, tellen zij af tot ze weer naar het stadion mogen, terwijl ze onder andere via televisie hun favoriete team blijven volgen.

Een andere factor die een internationaal stadionverbod bemoeilijkt, is de haalbaarheid. Dit concept zou veel inspanningen vragen door het kluwen aan voetbalwetgevingen. De regels verschillen van land tot land, en zonder eenmaking wordt het moeilijk het stadionverbod uit te breiden naar andere landen. Ook is er de vraag of de groep die naar het buitenland trekt wel groot genoeg is om een internationaal stadionverbod echt van waarde te laten zijn.

Geef een reactie